Besluit 2005/370/EG — Het sluiten van het Verdrag van Aarhus
Het Verdrag van Aarhus geeft leden van het publiek (individuen en verenigingen die hen vertegenwoordigen) het recht op toegang tot informatie en inspraak bij besluitvorming over milieuaangelegenheden, en om verhaal te halen indien deze rechten niet worden gerespecteerd.
Bij het besluit wordt het Verdrag van Aarhus (in 1998 door de Europese Gemeenschap — nu de Europese Unie (EU) — en de EU-landen ondertekend) namens de EU goedgekeurd.
Het verdrag, dat van kracht is sinds 30 oktober 2001, is gebaseerd op de aanname dat een groter publiek bewustzijn over en betrokkenheid bij milieuaangelegenheden milieubescherming zullen verbeteren. Het is bedoeld om bij te dragen aan de bescherming van het recht van elke persoon van huidige en toekomstige generaties om te leven in een milieu dat passend is voor zijn of haar gezondheid en welzijn. Daartoe voorziet het verdrag in activiteiten op drie gebieden:
De EU-instellingen beantwoorden aan de definitie van overheidsinstanties in de zin van het verdrag, op dezelfde manier als de nationale en lokale autoriteiten.
De partijen die het verdrag hebben ondertekend, komen overeen om de genoemde rechten en verplichtingen toe te passen:
Toegang van het publiek tot informatie inzake milieuaangelegenheden
Het verdrag omvat zorgvuldig omschreven rechten en plichten op het gebied van de toegang tot milieu-informatie, met name wat de termijnen voor het verstrekken van informatie betreft en de redenen waarom de overheden toegang tot bepaalde soorten informatie kunnen weigeren.
Een dergelijke weigering is toegestaan in de volgende drie gevallen:
Verzoeken kunnen ook worden geweigerd op grond van de vertrouwelijkheid van het handelen van overheidsinstanties, nationale defensie en openbare veiligheid, om de rechtspleging te bevorderen of de vertrouwelijkheid te respecteren van:
De bovengenoemde gronden voor weigering moeten restrictief worden uitgelegd, met inachtneming van het met bekendmaking gediende openbare belang.
Een besluit tot weigering moet vergezeld gaan van de redenen daarvoor en van een verwijzing naar de verhaalmogelijkheden.
Overheidsinstanties moeten de informatie actueel houden en daartoe voor het publiek toegankelijke lijsten, registers of bestanden opstellen. In dit opzicht worden deze organen gestimuleerd om steeds meer gebruik te maken van elektronische databanken met rapporten over de toestand van milieu, wetgeving, nationale plannen en beleid en internationale overeenkomsten.
In 2003 hebben EU-landen Richtlijn 2003/4/EG inzake toegang van het publiek tot milieu-informatie goedgekeurd. EU-landen moesten de richtlijn voor 14 februari 2005 omzetten naar hun nationale wetgeving.
In 2006 heeft de EU Verordening (EG) nr. 1367/2006 goedgekeurd, waarin wordt bepaald dat EU-instellingen en -organen de in het Verdrag van Aarhus vervatte verplichtingen moeten doorvoeren.
Inspraak van het publiek bij de besluitvorming inzake milieuaangelegenheden
Het tweede deel van het verdrag heeft betrekking op inspraak van het publiek bij besluitvorming. Dit moet tot stand worden gebracht via de goedkeuringsprocedure voor bepaalde specifieke activiteiten (hoofdzakelijk van industriële aard) genoemd in bijlage I bij het verdrag. Bij het uiteindelijke besluit om de activiteit goed te keuren, moet rekening worden gehouden met de resultaten van de inspraak van de bevolking.
Het publiek moet vanaf het begin van het besluitvormingsproces worden geïnformeerd over de volgende elementen:
De termijnen voor de procedure moeten een daadwerkelijke inspraak van de bevolking mogelijk maken.
Er is voorzien in een lichtere procedure voor de uitwerking van milieuplannen en -programma's.
Overeenkomstig het verdrag moet het publiek ook betrokken worden bij de uitwerking van het milieubeleid en van de normen en wetgeving die een groot effect op het milieu kunnen hebben.
In 2003 hebben EU-landen Richtlijn 2003/35/EG inzake inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu goedgekeurd.
In 2006 is in Besluit 2006/957/EG van de Raad rekening gehouden met een wijziging van het verdrag waarmee de inspraak van de bevolking bij besluitvorming met betrekking tot de opzettelijke introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen is vergroot. Op EU-niveau wordt reeds aan deze vereiste voldaan door bepaalde artikelen van Richtlijn 2001/18/EG inzake de opzettelijke introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen, en Verordening (EG) nr. 1829/2003 betreffende genetisch geproduceerde levensmiddelen en diervoeders.
Enkele andere milieurichtlijnen van de EU bevatten regels inzake inspraak van de bevolking bij besluitvorming in milieuaangelegenheden. Dit zijn onder meer Richtlijn 2001/42/EG en de kaderrichtlijn water (Richtlijn 2000/60/EG).
Toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden
Alle burgers kunnen onder passende voorwaarden naar de rechtbank stappen in geval van vermeende aantasting van hun rechten op toegang tot informatie (zoals niet- of onvoldoende beantwoorde en onterecht verworpen verzoeken om informatie).
Toegang tot de rechter is ook gewaarborgd indie